Dagboek van een leerkracht: rauw of rouw

Digitaal lesgeven blijft een uitdaging. Maar Juf Conny van der Krogt en haar collega’s in Voorschoten maken er het beste van: 

Vanmorgen om 8.40 uur startte ik een TEAMS gesprek. Binnen een paar minuten waren er wel 15 kinderen online. Wat leuk om iedereen even te zien. En wat hielden zij zich keurig aan de afspraken; microfoon dempen als zij niet spreken, handje opsteken als zij wat willen zeggen. 

Vandaag gingen wij tijdens het onlinegesprek een spel spelen. Alle kinderen, zowel thuis als in de klas, hadden iets groens en iets roods. Ik stelde een vraag waarbij twee antwoorden gegeven konden worden. Of groen, of rood. Wat gaaf om dan al die camera’s rood of groen te zien kleuren. Morgen mogen zij zelf vragen bedenken. Ik ben benieuwd.

De rekenlessen maken we deze week weer online. Zo kan ik zien wie de les heeft gemaakt en of er veel fouten zijn. Gelukkig zien wij dat veel kinderen de lessen goed maken. De taalles is niet digitaal. Wij leren vandaag de OU en bedenken allemaal woorden met deze dubbelklank. Wat is dat ingewikkeld voor onze anderstaligen (in mijn klas zijn dat er 5). Het verschil tussen RAUW en ROUW bv. Daar staan wij, als volwassenen, nooit meer bij stil toch? Evenals de vraag waarom het woord GOUD met OU is en GAUW met AU. Leuk om met hen uit te zoeken en te bespreken.

In de middag schrijven wij met elkaar de D en hebben wij tijd om te spelen. Ook heeft een van onze stagiaires een spel in de speelzaal uitgezet. Hij moest een opdracht doen voor zijn stageschool. De kinderen hebben het spel gespeeld en hem daarna tips en tops gegeven.

Onze leerlingen van groep 8 komen in kleine groepjes deze week naar school om de toetsen begrijpend lezen en studievaardigheden te maken. Voor de overstap naar het Voortgezet onderwijs moeten wij, aan de hand van de laatste scores en onze eigen bevindingen, het definitieve advies geven voor half februari. Daarom is het fijn om, weliswaar in veel etappes, de toetsen af te nemen. 

Na afloop van de schooldag was er een digitaal teamoverleg. Wij vertelden elkaar waar we tegenaan liepen, maar zeker ook waar we met elkaar trots op zijn. We hebben allemaal het gevoel dat de kinderen weten wat zij aan het doen zijn. Er is bij de meeste kinderen een ritme gevonden. Wij kunnen niet vaak genoeg benadrukken hoe trots wij op hen zijn.