Het polderland geeft Voorschoten landelijke uitstraling. Jan Spendel vertelt hoe dat zo is gekomen en hoe de toekomst er uit ziet. Foto Jan Spendel
Het polderland geeft Voorschoten landelijke uitstraling. Jan Spendel vertelt hoe dat zo is gekomen en hoe de toekomst er uit ziet. Foto Jan Spendel Foto:

Voorschoten polderland, door mensen gemaakt

Kijkend naar Voorschoten zie ik polders volgebouwd. Gaan binnenkort de laatste stukken overgebleven grond gebruikt worden voor nieuwbouw: Starrenburg III, landje Segaar en Arsenaal, Roosenhorst en Intratuin.

Door Jan Spendel

Voorschoten - Ons boerendorp omringt met open polders veranderde de laatste zeventig jaar in een forensendorp met bebouwde polders. Door het overgebleven openbaar en particuliere groen behield ons dorp het groene, landelijke en leefbare karakter. Laten we het zo houden, door alleen maar te bouwen door te slopen.

Onze polders zijn eigenlijk ontstaan door menselijk handelen. In het noorden, toen Voorschoten nog aan de Rijn lag, gebeurde dat door het winnen van turf en het afgraven van rivierklei ten behoeve van de steenbakkerijen aan de Rijndijk, tussen Vink en Haagsche Schouw. In het zuiden ontstonden polders door zandafgravingen van de oude duinruggen en donken (zandheuvels).

Polderland in Voorschoten ontstond ook door ontwatering en daardoor bodemdaling van het veen dat lag tussen de oude duinruggen. De polders liggen dan ook aan de weerszijden van de Heerweg, nu Veurse- en Leidseweg, en ooit een oude duinrug waar de Romeinse soldaten over marcheerden (Heerweg = legerweg).

Het ontwateren van het natte veen om er bruikbaar land mee te winnen, hielp aanvankelijk. Maar door het lage grondpeil en verdroging zakte de veengronden door oxidatie (verbranding) met ongeveer 1 centimeter per jaar. Daardoor werd het veen weer natter, minder geschikt voor veeteelt en landbouw.

Wat er tegen te doen? Landgebruikers mengden hun natte gronden met afgegraven duinzand. Dat hielp even. Maar het zakken ging door. Als oplossing werden dijken opgeworpen tegen het hogere water (boezemwater) dat op het land naar binnensijpelden.

Het polderlandschap in Voorschoten begon met het aanleggen van allerlei particuliere poldertjes. Enkele daarvan waren de Kerckslootpolder, de Vinckeslootpolder, de Zuydhoflandsche polder, de Jacobcorneliszoonspoldertje, de Starrenburgerpolder, het Knippoldertje en de Veltpolder. Vervolgens werden kleine polders samengevoegd tot grotere polders.

In de 13de eeuw gingen steeds meer polderbesturen samenwerken en stonden onder toezicht van het Hoogheemraadschap van Rijnland. In 1255 gaf graaf Willem II dit Hoogheemraadschap de bevoegdheid om voorgenomen waterwerken in heel het gebied van Rijnland te beoordelen en goed te keuren. Zo ontstond een sterk functioneel bestuur. Het eerste democratisch bestuur van Nederland. Er werd overlegd en samengewerkt om het land watervrij te houden. Het werkwoord polderen verwijst er naar. Polderen een normaal gebruik in ons land om goede besluiten te nemen.

Door verdere reorganisaties werden polderbesturen in 1979 opgeheven en samengevoegd tot waterschappen. In 2005 werd het Hoogheemraadschap van Rijnland het enige waterschap waar Voorschoten onder valt. Het zorgt voor "droge voeten en schoon water”.

Daar komt tegenwoordig bij het zo veel mogelijk tegengaan van bodemdaling door goed waterbeheer. Bijkomend effect, is minder CO2-uitstoot die ontstaat door inklinking van veengrond.