Ben van der Hoff geeft maandelijks advies over een gezonde lifestyle in de Voorschotense Krant. Foto: Vsk
Ben van der Hoff geeft maandelijks advies over een gezonde lifestyle in de Voorschotense Krant. Foto: Vsk Foto:

Bewegen, hoe, hoe lang
en hoe intensief (2)

In de column van de vorige maand werd een Noors onderzoek aangehaald dat pleit voor een stevige inspanning. Onze Gezondheidsraad adviseert 150 minuten per week matig intensief bewegen plus spier- en botversterkende activiteiten. Wie heeft er gelijk?

door: Ben van der Hoff

‘Bewegen is gezond', een veelal gebezigde uitdrukking. Zou gezonde voeding en regelmatig wandelen voldoende zijn? De beroemde Amerikaan Cooper (ja, die van de Coopertest) zette aan eind van zijn carrière een vraagteken bij de noodzaak van al die door hem bepleite zware inspanningen. Wat is wijsheid? Het lijkt meer dan logisch dat er wel een zekere mate van inspanning ten grondslag moet liggen aan welke vorm van bewegen dan ook om resultaat in de zin van gezondheid en fitheid te boeken. Het wetenschappelijke bewijs dat met name wandelen ook effect heeft op de lichamelijke alsmede mentale gezondheid groeit, waarbij je mag aannemen dat dit ook geldt voor meerdere vormen van bewegen waar geen onderzoek naar is gedaan. Maar het lijdt geen twijfel dat elke vorm van inspanning gunstig is voor de conditie, de gezondheid en niet te vergeten het welbevinden.
In mijn lange loopbaan als sportinstructeur ben ik ervan overtuigd geraakt dat bewegen minstens zo belangrijk is als sporten, onder de voorwaarde dat de geleverde aerobe inspanning (uithoudingsvermogen) ongeveer 70% van de zogenaamde maximale hartslag moet zijn. Deze is theoretisch 220 minus de leeftijd. Bij meerdere sporten loop je kans op (chronische) blessures. Wetenschappelijk is ook nog eens aangetoond dat er geen duidelijke relatie is tussen sporten en lichamelijke gezondheid.
Aan de andere kant zijn dynamische en team- dan wel contactsporten essentieel voor de ontwikkeling en het welbevinden, zeker voor jongeren. In tegenstelling tot sporten is iedereen, uitzonderingen daargelaten, in staat te bewegen. Wandelen, fietsen, zwemmen, tuinieren, klussen etc., wel met voldoende inspanning, zijn allemaal bewegingsvormen die de gezondheid bevorderen en de mens fitter maken. De door de Gezondheidsraad aanbevolen spier- en botversterkende activiteiten dienen dan wel voldoende tot hun recht komen.

Samenvattend, er is niet één wijsheid, maar het advies van de Gezondheidsraad, los van welke bewegingsvorm dan ook, komt doordacht over.
Nochtans kan het geen kwaad daar een schepje bovenop te gooien.