The Mall of the Netherlands
Laten we dit keer eens kijken naar onze buurgemeente Leidschendam – Voorburg. Centraal in dit sterk verstedelijkte gebied lag sinds 1971 jarenlang het winkelcentrum Leidsenhage. Sinds de kredietcrises raakte het centrum steeds meer verouderd. Zo’n 10 jaar geleden ontstonden de plannen voor een totale renovatie. De projectontwikkelaar en de gemeente vonden elkaar in een overeenkomst van maart 2014 om het oude centrum om te vormen tot een winkelcentrum van allure.
Uitgebreid naar ruim 116000 vierkante meter winkeloppervlakte, food courts en de grootste bioscoop van Nederland. Het beoogde klantenbestand zou haast verdrievoudigen en het zgn. klant- verzorgingsgebied zou zich uit gaan strekken van boven Amsterdam tot onder Rotterdam en achter Utrecht. Koopkrachtige klanten die vnl. met de auto komen naar de ruim 230 hoogwaardige winkels, restaurants en ander vertier. Op jaarbasis wordt uitgegaan van tussen de 12 en 15 miljoen bezoekers. Sinds 2016 wordt er aan de Mall of the Netherlands gebouwd en die is in maart 2021 open gegaan.
Het burgerinitiatief Leidschendam Noord e.a. waarschuwde al vaak voor de te verwachten verkeerschaos. Veel andere megacentra liggen bewust in landelijk gebied, deze echter in het centrum van Leidschendam. In een gebied wat verkeerstechnisch al vele beperkingen heeft (door de Vliet, het spoor en de A4 en N13) en zonder The Mall al veel vertraging en verkeersproblemen heeft.
Op zich begrijpelijk dat het oude winkelcentrum aangepakt diende te worden. Deze kwaliteitsimpuls van haast 600 miljoen euro door de projectontwikkelaar is erg stevig en een risico. De samenwerking tussen projectontwikkelaar en gemeente is gebaseerd op een win-win situatie voor beide partijen. Waarbij het commerciële succes van de vastgoedontwikkelaar en het versterken van het voorzieningen niveau, imago verbetering van Leidschendam-Voorburg, extra werkgelegenheid en onroerend goed belasting inkomsten voor de gemeente bij elkaar kwamen. Niets mis mee zult u denken. Echter er zit een addertje onder het gras. Voor succes werd men wederzijds van elkaar afhankelijk. De projectontwikkelaar investeert in de winkels en parkeerplaatsen en de gemeente is verantwoordelijk voor de bereikbaarheid. Het vervolg laat zich raden. Tijdige en structurele verkeersaanpassingen door de gemeente bleven achterwege en de chaos is sinds de opening in maart jl. groot. Langdurige files, een onbereikbaar ziekenhuis, parkeerproblemen tot diep in de naburige wijken, omleidingen, ruzie met Mall klanten, vervuiling zijn het gevolg.
In eerste instantie heeft het College de raad en burgers gerustgesteld met de bezwering dat het zo’n vaart niet zou lopen. Vervolgens kwam men met toezeggingen in de vorm van verkeersregelaars, een digitaal informatiesysteem, meer bussen en tram- en fietsvoorzieningen. Ook werd gedacht aan een shuttle bus van en naar het ADO station. Lapmiddelen, veel te laat, die de problematiek niet adequaat oplossen en veelal niet eens uitgevoerd. Ook ging de gemeente uit van verkeersgegevens van haast 10 jaar geleden. Te lang is veel kostbare tijd verloren gegaan.
Grote uitdagingen vereisen structurele maatwerkoplossingen en out of the box denken. Enkele voorbeelden zijn: een ondergrondse aantakking aan de 4000 parkeerplaatsen van de Mall, extra brug over de Vliet, duale wegen met bovengronds lokaal verkeer en ondergronds doorgaand verkeer etc. Wat zijn nu de gevolgen? Blijft de koopstroom aanhouden dan zullen de verkeersproblemen blijven en het woongenot van de inwoners van Leidschendam - Voorburg stevig aantasten. Blijven door de verkeersproblemen weg dan gaan de Mall - winkeliers klagen bij verhuurder, die dit weer neerlegt bij de gemeente en claims zijn niet ondenkbaar. Wie zijn de winnaars en wie verliezen? Voor Voorschoten zal dit mogelijkerwijs tot gevolg hebben dat de eenbaans Veurseweg nog meer als sluiproute naar de Mall gebruikt gaat worden. Wellicht komen er ook meer klanten uit Leidschendam Noord winkelen naar ons centrum.
Besturen is vooruitzien, gebruik maken van actuele gegevens en een open oog en oor voor signalen van burgers.
Rob Engelenburg