Opgraving in Leidschendam op 30 juni.De beschoeiing van de linker- en op de achtergrond de rechteroever. Het kanaal was 10 - 14 meter breed. Uniek hier is dat het door de standwal heen gaat. Foto: J. Koopstra
Opgraving in Leidschendam op 30 juni.De beschoeiing van de linker- en op de achtergrond de rechteroever. Het kanaal was 10 - 14 meter breed. Uniek hier is dat het door de standwal heen gaat. Foto: J. Koopstra Foto:

De eeuwige fascinatie met de Romeinen

Voorschoten kan sinds 27 juli een parel toevoegen aan de indrukwekkende lijst monumenten die zij reeds heeft: die van Unesco Werelderfgoed! Voorschoten maakt vanaf die datum namelijk deel uit van de Neder-Germaanse Limes, in de vorm het Kanaal van Corbulo, dat min of meer parallel aan de Vliet en de strandwal liep van Leiden (Fort Matilo van de Romeinen), via Forum Hadriani (Voorburg) naar de monding van de Maas.

door: Jane Koopstra

Dat wij deel uitmaken van het Romeinse Rijk! Een gebied dat op zijn hoogtepunt in de tweede eeuw na Christus groter was dan de huidige EU met 7500 km grenzen. Deze grenzen heten Limes. In tegenstelling tot de Grieken, die kunst en wetenschap belangrijker vonden, waren de Romeinen meer geïnteresseerd in handel en landbouw en ze breidden hun Rijk steeds verder uit. 

Ze legden verharde wegen aan en groeven kanalen zoals de Corbulogracht om vooral soldaten maar ook goederen snel te kunnen verplaatsen. Langs de Limes bouwden ze forten (castella) om de grenzen te bewaken. Wat nu erfgoed is geworden is de rij verdedigingswerken langs de Rijn van Katwijk tot voorbij Keulen. Het is het grootste archeologische monument van Nederland. Helaas ligt het voornamelijk onder de grond. Bovengronds is er soms een kunstwerk of nagebouwd Romeinsachtig bouwsel om de plek te markeren. Alle vondsten verdwijnen na bestudering weer onder de grond na zorgvuldig in kaart gebracht te zijn.

Het is jammer dat de interesse in de Romeinen zo laat op gang is gekomen. Na de val van het Romeinse Rijk eind 5e eeuw kwamen we – althans hier in het noorden – terecht in de donkere Middeleeuwen. Latere generaties hebben niet eens geweten dat hier ooit Romeinen waren geweest. Daarin kwam rond 1500 met de boekdrukkunst en de renaissance verandering. Tacitus had over onze gebieden geschreven en rond 1600 kwam er een kopie van een Romeinse kaart - de Peutinger kaart - in omloop waarop alle castella langs de Rijn werden genoemd. Rond 1520 kwam het grote castellum bij Katwijk, de Brittenburg, bij zandverstuivingen en laagwater, tevoorschijn. Graaf Jan II van Wassenaar (o.a. heer van Katwijk en burggraaf van Leiden), liet archeologisch onderzoek doen, hetgeen een primeur was. De Van Wassenaars hebben vervolgens een grote verzameling Romeinse schatten bewaard, o.a. een steen met inscriptie van het castellum Matilo bij Leiden, dat ingemetseld is in een van de binnenmuren van kasteel Duivenvoorde.
Meer wetenschappelijk onderzoek kwam vanaf de 18e eeuw op gang, o.a. door de ontdekking van Pompeï. Ik kan me die fascinatie heel goed voorstellen. Als je overblijfselen ziet en aanraakt, kun je alleen maar bewondering hebben voor het vernuft van de Romeinen: baden met warm en koud water, kilometerslange aquaducten vanuit de bergen met bronwater, latrines met stromend water eronder, prachtige mozaïeken bijvoorbeeld in Volubilis bij Meknes, Marokko, ook Unesco Werelderfgoed. Ze hielden het meer dan 1000 jaar vol en nu 2000 jaar later is er nog steeds die bewondering.
Van “aanraken” zal in Voorschoten geen sprake zijn. De diverse vindplaatsen zijn gedocumenteerd en weer toegedekt. Er is een landelijk Limes-samenwerkingsverband met het doel een uniforme markering te ontwerpen, die in Voorschoten op de vindplek aan het Frans Halsplantsoen zal worden geplaatst.