Het wordt tijd voor een zakencollege

We gaan het deze keer niet hebben over ons gemeentebestuur en woningbouw (minimaal), verkeersproblematiek (Lammenschans), de duiventil B & W, dure en mislukte samenwerking met Wassenaar, curatele van de provincie, invloed van burgers op beleid (minimaal), lokale belastingen (maximaal), ambtenaren (tot 1/3 formatie vacatures) etc. etc. maar wat actueeltjes.

door: Rob van Engelenburg,
          docent burgerparticipatie

Eerst even terug in de tijd. In 1615 kocht Johan van Wassenaer van Duivenvoorde de heerlijkheid Voorschoten en vanaf dien werd er in zijn naam recht gesproken. Eerst vanuit de herberg het Wapen van Voorschoten die tevens vergaderplek voor de gemeenteraad was. En later, vanwege vechtpartijen en rumoer vanuit een nieuw pand: het Ambachtshuis (met trapgevel) gebouwd in 1635. Gemeentelijke aankondigingen werden hierop getoond en er waren al wat publieke diensten als een waag om gewichten te ijken, een gevang en een schandpaal voor de deur. In 1640 werd het Baljuwhuis gebouwd als woonhuis voor een ambtenaar. Beide panden waren altijd al stevig verbonden met elkaar: met een voordeur en een toilet. Vanaf 1795 verloren beide panden hun oorspronkelijke functies. In 1870 verwierf jonkheer Hendrik Adolph Steengracht het Ambachtshuis en stelde het toen al open voor activiteiten van algemeen belang en vele verenigingen werden er gevestigd. Bij zijn kinderloos overlijden in 1912 bleek uit testament en legaat dat het pand voor altijd gebruikt moet worden “ten algemene nutte” voor de burgers van Voorschoten, met de specifieke toevoeging: zonder onderscheid des persoons. Met een toenmalig stevig onderhoudskapitaal erbij kwam het pand onder die condities in handen van de gemeente. Het Ambachts- en Baljuwhuis zijn kadastraal een pand: Voorstraat 12.

Door structureel geldtekort bij de gemeente werd door deze coalitie gekeken naar de mogelijkheden het Ambachts- en Baljuwhuis te verkopen. D’66 wethouder Cramwinckel vroeg eerst een notaris om advies. Maart 2019 kwam die met de volgende conclusies: de gemeente mag het pand verkopen, inwoners kunnen er geen bezwaar tegen aantekenen en het legaat is geen voorwaarde maar een zgn. testamentaire last. Opvallend stevige conclusies want hij geeft zelf aan niet te beschikken over het betreffende testament. Een solide advies? Conform de wil van de jonkheer? U zegt het maar.

Gesteund door dit advies en het College van B & W ging wethouder Cramwinckel om de tafel met de huurder. Onderhands is tot overeenstemming gekomen op basis van een bod van 6 ton voor het gehele pand van 890 vierkante meter, gelegen centraal in de mooiste straat van Voorschoten. Ter vergelijking: de gemiddelde verkoopprijs van een woning in Voorschoten met maximaal ¼ aan oppervlakte ligt al boven de 650.000 euro. Zou de wethouder tot eenzelfde verkoopbedrag zijn gekomen als het zijn eigen bezit was? Dacht het niet. Vervolgens greep de gemeenteraad in en er kwam een meer transparante en open aanbestedingsprocedure. Niet alleen aankoopbedrag maar ook invulling van het legaat zouden meegewogen worden bij de eindbeslissing. In welke verhouding tot elkaar bleef vaag. Op zich vreemd want hoe meer het legaat ingevuld werd hoe minder commerciële waarde. De coalitie van VVD, GroenLinks en D’66 sloot de gelederen en het gehele pand werd voor 1,4 miljoen euro verkocht aan een particuliere investeerder met plannen om er een boutiquehotel / horeca in te vestigen en 1 maal per week een ruimte open te stellen voor een publieke functie. Terecht dat een investeerder de geboden kans aangreep en het hoogste bod, summiere legaat invulling maar wel met aantoonbare ervaring met monumenten won. (Huurder Jos Kriek deed daarvoor bij de algemene bieding nog een bod van 1.000.000 miljoen euro) 

Dit alles roept vele vragen op. Allereerst, was verkoop wel zo nodig? Met visie en het koppelen aan andere dossiers, zoals versterking van de centrumfunctie en het cultureel centrum, zou men tot andere gedachten kunnen komen. Veel culturele en maatschappelijke activiteiten zouden er een plek kunnen krijgen op een centrum locatie. Dan werd het pand tenminste ook eens nuttig gebruikt. Een goedkopere oplossing, een mooie klus voor de centrummanager en het voorkomt de haast gebruikelijke budgetoverschrijdingen bij grote projecten van de gemeente. Zowel qua procesgang als onderbouwing verdiend deze verkoop niet de schoonheidsprijs en bovenal is de begunstigde burger wederom niet om haar mening gevraagd. 

Opvallend is ook dat er totaal voorbij gegaan in de discussie waar de 1,4 miljoen euro naar toe gaat: de gemeentekas. Waarom deze 1,4 miljoen euro niet verdelen over de inwoners?

Tegelijkertijd met dit dossier werd bekend dat deze coalitie van VVD, GroenLinks en D’66 haar burgers trakteerde op een WOZ verhoging voor 2022 met 9,6 % en een voor afvalstoffenheffing stijging van maar liefst 17%. Bedoeld voor een nieuw gemeentehuis en het verduurzamen van het eigen onroerend goed. Terwijl onze gemeente al jaren vast in de top 10 van duurste gemeenten van Nederland staat en beleid en bestuur ondermaats is. 

Wordt het geen tijd voor een zakencoalitie van betrokken, deskundige en politiek onafhankelijke bestuurders die gaan voor de belangen van Voorschotenaren in plaats van gemeentelijk en het eigen politiek belang?