Peter Paulides behaalde met zijn basketballteam in 1978 de landstitel, daarna volgde veel internationale wedstrijden in de Europacup.
Peter Paulides behaalde met zijn basketballteam in 1978 de landstitel, daarna volgde veel internationale wedstrijden in de Europacup. Foto: Ellen

Peter Paulides kijkt terug op basketball loopbaan

Peter Paulides (66) is in Voorschoten vooral bekend als de oprichter van Paulides + Partners fysiotherapie en bewegingscentrum. Sinds 1982 zijn daar duizenden dorpsgenoten behandeld voor uiteenlopende blessures en ongemakken. Wat niet veel mensen weten, is dat Peter topbasketballer was bij Parker Leiden, de voorloper van het huidige ZZ. Vol enthousiasme kijkt hij terug op die bewogen periode.

door: Hans Douw

‘Ik zat op Bonaventura in Leiden en kwam via de gymlessen voor het eerst in contact met basketball. Toen ik veertien was werd ik lid van Bona Stars, waar ik vanwege mijn lengte van 1,83 meter guard werd. In 1975 debuteerde ik, toen de club nog Mercasol heette. Twee jaar later kwam Parker als hoofdsponsor en veroverde ik een vaste plaats in het team. Ik kon goed verdedigen en was in staat de wedstrijd te lezen. Ik moest het niet hebben van mijn schotkracht, daar waren anderen beter in. 

In het laatste jaar van Mercasol eindigde de ploeg onderin. Het seizoen daarna was alles anders. We haalden de finale van de playoffs en wisten voor 10.000 man in AHOY de landstitel binnen te halen. De euforie in Leiden was enorm. Zelfs bij trainingen zaten vaak twee- tot driehonderd man te kijken. Ik kon die tijd niet door de Haarlemmerstraat lopen zonder voortdurend aangeklampt te worden. Het was toch al bijzonder dat ik overdag student fysiotherapie was, om vervolgens ’s avonds in een bomvolle sporthal basketball te spelen. 


De landstitel
van 1978 was het hoogtepunt van mijn loopbaan


Achteraf was die titel van 1978 het hoogtepunt van mijn loopbaan, zeker omdat wij het jaar daarvoor zo laag eindigden. Mooi ook waren de wedstrijden in de Europacup. Wij speelden tegen Real Madrid, Inter Bratislava en Stroytel Kiev. 

Om in de Oekraïne te komen, vlogen wij op Moskou. Daar moesten wij drie dagen verblijven, waarna wij nog twintig uur in de trein moesten. Die reis kostte ons een week. Wij kregen een vrouwelijke Engelse tolk toegewezen die voortdurend bij ons was. Na een paar dagen bleek dat ze vloeiend Nederlands sprak en al onze onderlinge gesprekken had meegeluisterd. Zo ging dat toen! Ze moest ons gewoon in de gaten houden. 

Op weg naar Bratislava moesten wij met de bus door een intimiderende grenszone die vol stond met wachttorens met gewapende militairen. Wedstrijden in het voormalige Oostblok hadden altijd iets speciaals. Je voelde daar gewoon de hele dag een bepaalde spanning.

Met Jong Oranje speelde ik ooit een gaaf toernooi in Athene. Het speelveld was aangelegd in het Panathinaiko stadion. Dat was het marmeren Olympische Stadion van de Spelen van 1896. Wij werden compleet geveegd daar, maar het was bijzonder om mee te maken.

In 1982 kon ik in Voorschoten de praktijk overnemen en besloot ik met topbasketball te stoppen. 

Ik ben wel altijd bij de sport betrokken gebleven. Toen de club in 2006 een doorstart maakte als ZZ Leiden, werd ik sponsor. Ik bezoek veel wedstrijden en kom dan veel oude bekenden tegen. 

Mijn aandeel in het bedrijf heb ik inmiddels overgedaan aan mijn collega’s. Ik ben nog twee dagen per week als ZZP’er betrokken bij de praktijk. Mijn specialisatie is kaak-fysiotherapie. Door de geleidelijke afbouw van mijn werkzame leven lopen de verschillende perioden vloeiend in elkaar over. Ik ben heel erg blij dat ik daar zelf de regie over heb kunnen voeren. Ik ben een dankbaar mens.’