Voorbeelden om van te leren: burgerparticipatie dat werkt

Wat hebben bouwlocaties plannen als de Jan Evertsenlaan, Jan Wagtendonk, ontwikkeling Nicolaespark, de IJsbaan, het multifunctioneel centrum etc., de praat- en overleggroepen Kernteam Bouwen en Wonen, Taskforce Centrum en reacties van burgers op beleidsstukken als het Milieuplan gemeen? Burgers geven de gemeente haar mening, een reactie en doen voorstellen maar het College luistert niet en gaat haar eigen gang. Want men heeft al besloten. Invloed van burgers op beleid en bestuur, een doelstelling uit het huidige Coalitieakkoord, is een jaar geleden door wethouder Spil, gesteund door VVD, GroenLinks en D’66 afgeserveerd.

Wat hebben Tubbergen, Veenendaal, Waddinxveen, Geertruidenberg en Oldebroek gemeen? Ze zijn de 5 koploper gemeenten die de burgerparticipatie handschoen wel goed opgepakt hebben en stevige en concrete stappen hebben gezet in de constructieve samenwerking met haar burgers. En met aantoonbaar resultaat.

Even terug in de tijd. In 2/3 van de coalitieakkoorden van alle gemeenten in Nederland uit 2018 staat dat er een expliciete wens was om burgers meer invloed te geven op beleid en bestuur van de eigen gemeente. Invloed van burgers op de eigen woon- en leefomgeving dus. Een mooie doelstelling die past in het tijdsbeeld en veel voordelen biedt voor beide partijen.

Reden voor de uitgever Publiek Denken en het Kenniscentrum Burger & Overheid om eens na te gaan hoe de vlag er nu voor staat en wat we van elkaar kunnen leren. Het landelijk project kreeg de naam Barometer Burgerparticipatie. Allereerst zijn alle gemeenten aangeschreven en verzocht een open vragenlijst in te vullen. De antwoorden van ruim 63 gemeenten zijn vervolgens gewikt, gewogen en van scores voorzien. 

Papier is echter geduldig en in de tweede ronde is er bij de hoogst scorende gemeenten, ter plekke een zgn. schouw uitgevoerd. In de vorm van een groepsgesprek met raadsleden, verantwoordelijk wethouder / burgemeester, ambtenaren en actieve burgers. Op deze wijze werd het plaatje als het ware ingekleurd en verdiept. De jury vond gemeentelijke plannen aardig maar het in de praktijk brengen en resultaten scoorden beter.

Doelstelling was niet zozeer om winnaars en verliezers te vinden maar om te leren van elkaar en van de 5 koplopers. In feite zijn alle deelnemende gemeenten winnaars want zij zetten allemaal stappen om de relatie met hun inwoners te versterken.

Uit de enquêtes en de interviews kwam een schat aan informatie, inzichten, instrumenten en m.n. praktijkervaringen en creativiteit. Zie de publicatie Publiek Denken Burgerparticipatie: eenrichtingsverkeer of co-creatie?

Een aantal aansprekende conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek zal ik u niet onthouden. Zo is overal sprake van bepaalde basisuitgangspunten als: vertrouwen in elkaar, ruimte geven, informatie vooraf delen en het aangaan van een open dialoog. De gemeente moet dus bereid en in staat zijn zich open te stellen voor samenwerking en deze serieus te nemen. Het ophalen van ideeën bij burgers (“digitaal inventariseren”) en er dan niets mee doen, overleg met burgers terwijl de uitkomst al bepaald is, inspraak zonder invloed werken contraproductief en moeten voorkomen worden. Opvallend is ook dat een aantal van de koplopers er bewust voor gekozen heeft om op voorhand geen of niet teveel kaders aan het participatieproces te hangen. 

Leren uit de praktijk dus want het gaat altijd om maatwerk. Het vooraf, eenzijdig door de gemeente, dichttimmeren in de vorm van een (aangepaste inspraak) verordening dekt de lading van constructieve samenwerking met burgers zeker niet. Alleen een ambtenaar of wethouder aanstellen om dit proces te leiden werkt evenmin. Het moet breed gedragen worden in de totale gemeentelijke organisatie. Samenwerking met burgers bevorderen is geen regulier nieuw beleidsthema, als nieuwe zebrapaden of groen op het dak, maar vereist een andere werkwijze, cultuur en mentaliteit. Gooi de luiken open, stel je dienstbaar en kwetsbaar op en ga voor samenwerking.

In de samenwerking tussen burgers en bevoegd gezag vielen verder op zaken als: gaan voor oplossingen met de hoogste maatschappelijke baten en draagvlak, minder bepalen vooraf van bovenaf in de gemeente en burgers hebben in elke wijk of buurt een andere agenda. En zowel die agenda als inbreng van burgers en de andere toegevoegde waarde (denk en /of doekracht) verschilt van die van de ambtenaren en politici. 

Ook de creativiteit in de deelnemende gemeenten viel op. Zo zijn er legio zinvolle faciliteiten ontwikkeld om het samenspel tussen burgers en gemeente te versterken. Enkele voorbeelden: kennisdeling door ambtenaren aan burgerinitiatieven, een burgerbesluit, zinvolle apps, experimenten als wij-werken, moedig en mondig, buurtmannen en buurtvrouwen met mandaat, wijkparticipatieplatforms, de inzet van dorps- en wijkbudgetten etc. etc.

Resultaat: een zinvol zoekproces naar samenwerking dat smaakt naar meer dat resultaat met draagvlak en vertrouwen oplevert. En bovenal: samenwerken met resultaat is leuk en lonend. Conclusie: burgerparticipatie betekenisvol optuigen kan wel, maar dan moeten de politici, ook in Voorschoten, het wel willen.

Rob van Engelenburg,
docent Burgerparticipatie