Burgemeester Stemerdink kwam de jarige Zuster Villana feliciteren onder het toeziend oog van algemeen overste Zuster Regina Plat. Foto: M.M. van Klaveren
Burgemeester Stemerdink kwam de jarige Zuster Villana feliciteren onder het toeziend oog van algemeen overste Zuster Regina Plat. Foto: M.M. van Klaveren Foto:

Gezond eten, veel bewegen en af en toe een glas wijn

Ze werd midden in de Eerste Wereldoorlog in Nijmegen geboren als Maria Wolf. Op haar 25e trad ze toe tot de congregatie H. Catharina van Siena, dominicanessen en werd in Voorschoten geprofest als Zuster Villana. Eind november vierde de Zuster in het klooster haar 105e verjaardag en daarmee is ze de oudste inwoner van Voorschoten. Wat is haar geheim? 'Gezond eten, veel bewegen en af en toe een glas wijn.' 

Tijd voor een terugblik op haar leven en dat gaat best makkelijk want Zuster Villana is nog goed op de hoogte en weet nog veel. 'Ik was de oudste in ons gezin, na mij kwamen nog twee zussen en een broer', vertelt ze. 'Mijn vader was stalhouder en wij hadden zes paarden voor rouw- en trouwdiensten. In de zomer gingen we wel eens met de Jan Plezier weg, dan mochten de kinderen uit de buurt mee, een geweldig feest. Later ging mijn vader over op auto's en taxi's. In 1922 waren wij de eerste met een Cadillac, dat was wat!', vertelt ze trots. 

De Zuster ging in Nijmegen naar de lagere school en deed de mulo. 'De school werd geleid door de Dominicanessen. Ik was nog niet om hoor maar overwoog het stiekem wel.' Toch duurde het nog tot haar 25e voordat ze intrad. 'Ach ik had eerst andere interesses, echt verliefd ben ik nooit geweest maar ik had wel een knulletje waar ik mee op stap ging. We wandelden en fietsten, meer niet. De keus voor de Dominicanessen was uiteindelijk niet moeilijk, ik voelde me er gelijk thuis.' In 1941 werd ze geprofest en naar Rotterdam gestuurd. 'Daar werkte ik met voogdijkinderen die op de een of andere manier niet thuis konden wonen. Soms mochten ze contact hebben met de eigen familie, anderen waren aan de ouderlijke macht onttrokken en mochten dat niet. Het verdriet was schrijnend en wij als zusters probeerden dat een beetje te verlichten.' 

Na 15 jaar ging ze naar Huize Sint Maarten in Leiden waar ze hetzelfde werk deed. Ook was ze surveillant bij het Internaat in Huize Bijdorp tot ze naar Reuver werd gestuurd. Daar woonde ze in het Heilig Hart Klooster en werkte in Venlo en Roermond. In Reuver beheerde ze de werkwinkel. 'Wij deden vooral handwerken en handenarbeid met mensen uit de omgeving. We maakten van alles en verkochten dat in de winkel, de opbrengst ging naar de ontwikkelingslanden.' En de Zuster haakt nog steeds iedere dag, net als alle andere Zusters in het klooster want 'ledigheid is des duivels oorkussen, ach zo zijn we nou eenmaal opgevoed.' Na haar pensionering kwam ze terug naar Voorschoten. 'Ik rust hier op mijn lauweren en wordt lekker verzorgd', lacht ze. 'Voorschoten is een heerlijk dorp en ik wandelde tot voor corona nog elke dag naar het centrum. Nu wandel ik vooral op het landgoed en als het regent, loop ik hier in huis maar wel met een rollator, dan voel ik me wat zekerder. 

De Zuster kijkt elke avond naar het journaal en Nieuwsuur. Als een van de weinigen in de wereld kan zij zich nog een andere pandemie herinneren: de Spaanse Griep. 'Mijn moeder heeft het gehad en is er doorheen gekomen. Ik was nog klein, volgens mij ging het leven bij ons gewoon door maar er waren wel veel slachtoffers.' 

Ze heeft de wereld zien veranderen. 'Het is nu veel drukker, in mijn jeugd was het leven rustiger, duidelijker. De opkomst van de televisie en de computer had grote invloed. Ja, ik heb me ook verdiept in de computer, vond het geweldig maar dat kan nu niet meer vanwege mijn ogen. De jeugd van tegenwoordig? Och, ik vind dat ze best mogen protesteren, wij waren vroeger veel te meegaand, deden gewoon alles wat er gevraagd werd. Alleen de baldadigheid, de vernielingen, dat vind ik maar niks!'