Weinig mensen kennen hem bij naam maar iedereen heeft hem gehoord. Al 25 jaar bespeelt beiaardier Gijsbert Kok het carillon van de Dorpskerk. Foto: Nelleke de Vries
Weinig mensen kennen hem bij naam maar iedereen heeft hem gehoord. Al 25 jaar bespeelt beiaardier Gijsbert Kok het carillon van de Dorpskerk. Foto: Nelleke de Vries Foto:

'Carillon is mix tussen concertzaal en draaiorgel'

Er zijn maar weinig inwoners die de naam Gijsbert Kok kennen. Toch heeft iedereen hem gehoord want hij werkt al 25 jaar in het dorp. Anoniem en, zeg maar, op hoog niveau! Want Gijsbert bespeelt elke zaterdag boven in de toren van de Dorpskerk het carillon. Wie is hij?

Gijsbert studeerde orgel, kerkmuziek, improvisatie en muziektheorie aan de conservatoria van Den Haag, Tilburg en Rotterdam. 'Toen moest ik in militaire dienst. Daar had ik genoeg tijd om over mijn toekomst na te denken want ik wilde wel in de muziek blijven maar een organist heeft over het algemeen alleen op zondag werk. Daar red je het niet mee.' Gijsbert besloot om naar de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort te gaan. 'Een beiaardier is flexibeler en kan elke dag wel spelen. En dat is wat elke musicus wil.'

Gijsbert bespeelt ook het carillon van Zoetermeer en is stadsbeiaardier van Den Haag en Scheveningen. Elke zaterdag van 13.30 tot 14.30 uur is hij in de Dorpskerk. 'Het repertoire is heel divers en dat kies ik zelf ook uit. Ik wil altijd een beetje actueel zijn. In de herfst speel ik dan bijvoorbeeld 'Autumn leaves', de afgelopen weken sinterklaasliedjes en op 18 december speel ik kerstliedjes. Als het flink regent haal ik 'Singing in the Rain' uit de kast en als er toevallig een evenement over een bepaalde componist is, zorg ik dat het carillon daar bij aansluit. Alles kan, van pop tot klassiek.' En om dat nog maar eens te illustreren speelde hij op de verjaardag van Prinses Amalia voor het eerst de nieuwe compositie van Bob Zimmerman 'Amalia Achttien!', op het carillon van de Dorpskerk en later die dag in de Grote Kerk in Den Haag.
Vaak is er al muziek voor een carillon maar als dat niet het geval is, schrijft of arrangeert Gijsbert de muziek zelf. 'En soms is het gewoon improviseren. Mijn werk is daardoor nooit saai! Je fantasie gebruiken, dat is het leukst. Ik noem het carillon altijd een mix tussen een concertzaal en een draaiorgel. Het is voor iedereen en iedereen haalt er uit wat ze willen.'

25 jaar op het Voorschotense carillon, hoe is dat? 'De jaren zijn omgevlogen. Weet je dat ik pas de tweede beiaardier ben in het dorp. Addie de Jong was de eerste in 1965. Toen werd het carillon geleverd door de Firma Eijsbouts, in die tijd het meest prestigieuze bedrijf. Toen Addie overleed, heb ik gesolliciteerd en werd aangenomen. Door de gemeente ja, want die is eigenaar van de toren. Dat is in Nederland al sinds de Franse bezetting zo geregeld.

Het Voorschotense carillon is prachtig, helder en vol van klank met veel karakter. Een genot om op te spelen. Er zijn 39 verschillende klokken waaronder een zware luidklok en een Es-klok van 135 kg. Het heeft een stokkenklavier dus de toetsen zijn groot, die moet je met je vuisten aanslaan waarna de klepel tegen de klok slaat. Hetzelfde gebeurt met de pedalen.' Dus eigenlijk is hij de enige die de klok hoort luiden en ook echt weet waar de klepel hangt? 'Hahaha, eigenlijk wel ja. Overigens de muziek die je voor het hele en halve uur hoort, als aankondiging dat de klok gaat slaan, heb ik ook gemaakt. Ik ben dan wel zelf niet aanwezig maar een computer zorgt er voor dat de melodieën worden afgespeeld. Alleen op zaterdagmiddag is het live.'
Gijsbert is ook organist van de Abdijkerk in Den Haag/Loosduinen en de American Protestant Church in Den Haag. Daarnaast is hij docent muziektheoretische vakken aan het Rotterdams Conservatorium (Codarts). Een druk bestaan, blijft hij nog lang in Voorschoten? 'Ik vind het vak nog steeds ontzettend leuk dus voorlopig speel ik nog elke zaterdag.' En wie het carrillon hoort, kijk even omhoog! Hij is niet te zien maar Gijsbert zit er wel!'