Warmtetransitie is absoluut géén 'ver-van-mijn-bed-show'
Onlangs bracht de gemeente het rapport 'Transitievisie Warmte' uit. Een 1.0 versie, want veel na 2030 is nog onzeker. 'Toch moeten we nu al beginnen met kansen, bijvoorbeeld het isoleren van woningen', zegt wethouder Erika Spil. 'Niet alleen omdat we anders te laat zijn, maar het is ook belangrijk dat iedereen betrokken wordt. Warmtetransitie is echt geen 'ver van mijn bed show', dit raakt ons allemaal.'
In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat Nederland in 2050 CO2-neutraal moet zijn. In de komende 30 jaar moet de overgang naar een andere energievoorziening zonder CO2 uitstoot, worden gerealiseerd. Dat betekent van het gas af. Aardgasketels in woningen en andere gebouwen moeten worden vervangen door een CO2-neutrale warmtevoorziening. Dit wordt 'de warmtetransitie' genoemd. Gemeenten moeten dat zelf regelen.
Voorschoten is, samen met een groep experts en inwoners, gestart met het opstellen van een visie. ‘Dit is nog geen uitvoeringsplan' geeft de wethouder aan. ‘Deze visie beschrijft de route naar 2050 en de concrete maatregelen die we kunnen nemen tot aan 2030. Het is een monsterproject dat voor iedereen gevolgen heeft. Grote vraag is natuurlijk de betaalbaarheid. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de transitie woonlastenneutraal moet zijn. Bewoners gaan niet meer betalen dan in de huidige situatie. In de visie starten we met het verlagen van het energieverbruik. Door isolatie en lage temperatuurverwarming kunnen we de eerste CO2-uitstoot verminderen. Maar er zijn natuurlijk oude en nieuwe huizen. Nieuwe huizen zijn vaak al goed geïsoleerd maar bij oude huizen is nog een flinke inhaalslag te maken. Duidelijk is wel dat niet elke oplossing overal past. Dat moet onderzocht worden. Is het wellicht mogelijk om per wijk met dezelfde huizen samen te isoleren? En wat is er dan nodig? Maar hoe duur wordt dat? En als het duurder wordt, dan hebben we de overheid nodig maar hoeveel gaat die bijdragen? Dat is nog niet duidelijk.'
Voorschoten is aangesloten bij de Leidse regio Holland Rijnland en onlangs is de Regionale Energiestrategie 1.0 vastgesteld. De warmtetransitie is daar onderdeel van. 'Wij hebben onze visie met de andere gemeentes afgestemd. Inmiddels is er in de regio onderzoek gestart, onder andere naar een warmtenet, waarbij lokale restwarmte van bijvoorbeeld de industrie wordt gebruikt. Katwijk onderzoekt geothermie, warmte uit de grond, en Oegstgeest is bezig met aquathermie waarbij warmte uit het water wordt gehaald. Zelfs het riool kan een bron van warmte zijn. Voorschoten heeft helaas geen natuurlijke bronnen. Dus als het regionaal niet doorgaat, moeten we het individueel oplossen. Het is nu wachten op de resultaten van deze pilots, met name voor wat betreft de prijs/kwaliteitverhouding. Zeker voor oudere huizen kan de rekening flink oplopen.'
De 'Transitievisie warmte' heeft nog geen antwoord op al die vragen. Bij elke update van de visie wordt naar nieuwe kansen gezocht. 'We hopen dat inwoners zich bewust worden dat er iets staat te gebeuren', zegt Spil. 'Iedereen kan al kleine stappen zetten zoals isolatie maar ook besparen door bijvoorbeeld minder te douchen, 's avonds de gordijnen eerder dicht, de verwarming wat lager en meer. Alles helpt. En lokaal zijn er al mooie initiatieven gestart zoals Krimwijk Duurzaam dat een rapport over verduurzaming van de wijk uitbracht, samen met de Provincie Zuid-Holland, TU Delft en de gemeente. 'Meten is weten' is een nieuw initiatief op het gebied van duurzaamheid door inwoners (Red: meer op pag. 31 in deze krant). De gespecialiseerde energiecoaches van de gemeente kunnen huizen beoordelen en adviseren over de te nemen maatregelen en er is twee keer per maand een duurzaam spreekuur in de bibliotheek waar inwoners vragen kunnen stellen. Voorschoten heeft zich ook aangesloten bij het digitale Duurzaam Bouwloket: duurzaambouwloket.nl/gemeente/voorschoten. Er is dus genoeg informatie, maak er gebruik van', adviseert de wethouder. 'We gaan niemand iets opleggen, maar er moet wel wat gebeuren. Wij werken er aan om inwoners hierbij te ondersteunen.'