Van alles is misgegaan bij herinrichting Meeslouwersplas

Begin december publiceerde de Randstedelijke Rekenkamer het eindrapport van haar onderzoek naar de rol van de Provincie Zuid-Holland bij de verondieping en herinrichting van de Meeslouwerplas in het watersport-, recreatie- en natuurgebied Vlietland. 

Dat schrijven een zestal bij Vlietland betrokken organisaties: De Vereniging Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, de Werkgroep Milieubeheer Leiden, de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart, het Recreatiecentrum Vlietland B.V. en de Vereniging tot behoud van Oud, Groen en Leefbaar Voorschoten. De zes herkennen veel in het rekenkamerrapport. Zo is duidelijk dat er weinig terechtgekomen is van het oorspronkelijke plan voor de verondieping en herinrichting van de Meeslouwerplas en dat de Provincie de uitvoering van dat project nauwelijks heeft gecontroleerd. Het gebied is weliswaar Leidschendams grondgebied maar ligt op de grens met Voorschoten.

In hun reactie op het rekenkamerrapport proberen Gedeputeerde Staten (GS) veel van wat misgegaan is bij het project goed te praten. Zo laten GS achterwege, dat er maar een zeer beperkt deel van de oevers hersteld is, dat dat pas jaren later is gebeurd dan was afgesproken en niet volgens de oorspronkelijke plannen. Voor het toezicht op de kwaliteit van het water in de Meeslouwerplas en de kwaliteit van de bagger die in de plas werd gebracht schuiven GS de verantwoordelijkheid af op het Hoogheemraadschap van Rijnland. De normen voor de oppervlaktewaterkwaliteit (de zogenaamde ‘actiewaarden’) werden tijdens de verondieping van de Meeslouwerplas al tientallen keren overschreden. 

Volgens de zes organisaties vermeldt het rekenkamerrapport terecht, dat een aantal van hen via een zogenaamd ‘derdenbeding’ juridisch partij waren bij de overeenkomst tussen de Provincie en BAM in 2009. Speciaal ook voor hen hadden de Provincie en BAM zich in die overeenkomst verplicht de oevers van de Meeslouwerplas opnieuw in te richten en te stabiliseren, een krekengebied aan te leggen en geluidwerende voorzieningen aan te brengen tussen Vlietland, de Vogelplas Starrevaart en de A42. Des te pijnlijker dus, dat de gebiedspartijen in 2018 uit de krant moesten vernemen dat de afspraken tussen de Provincie en BAM intussen ingrijpend waren gewijzigd. Ze moesten zelfs een beroep doen op de Wet openbaarheid van bestuur om erachter te komen wát er was gewijzigd. De Provincie en BAM bleken een aantal verplichtingen aan de gebiedspartijen zonder hun medeweten en toestemming te hebben geschrapt. De partijen beschouwen dit als onrechtmatig. Ook dát staat in het rapport van de rekenkamer, maar helaas laat die het vervolgens bij de constatering dat de Provincie dat anders ziet.

Een nieuwe lente … ?
De zes organisaties erkennen en waarderen de verbetering in hun relatie met de Provincie, maar toch is volgens hen zeker niet alles rozengeur en maneschijn:
. Zo is er nu, twaalf jaar na de eerste plannen daarvoor en bijna drie jaar na een unaniem aangenomen Statenmotie daarover, zelfs nog geen definitief ontwerp van de beoogde geluidwering langs de A4.
. Ook zijn nog steeds niet alle oevers van de eilanden tussen de Meeslouwerplas en de grote plas ten noorden daarvan hersteld, hoewel daarvoor volgens de zes organisaties geschikt materiaal beschikbaar is.|
. Nu eindelijk de kwaliteit van de bagger wordt onderzocht, die BAM in de Meeslouwerplas heeft laten brengen, gebeurt dat onderzoek volgens de zes organisaties op een volkomen verkeerde manier. Het rekenkamerrapport vermeldt dat ook. Toch is de ondeugdelijke opzet van het onderzoek niet veranderd.

Ondanks de waardering voor de verbeterde relatie met de provincie, valt er volgens de zes partijen dus nog een hoop te verbeteren.