Al zo'n 800 jaar staat de Voorstraat één keer per jaar een paar uur vol met paarden. En ook dit jaar, op 30 juli, is het weer paardenmarkt. Foto: VSK
Al zo'n 800 jaar staat de Voorstraat één keer per jaar een paar uur vol met paarden. En ook dit jaar, op 30 juli, is het weer paardenmarkt. Foto: VSK Foto: Marjolein Altena

De geschiedenis van 800 jaar Voorschotense Paardenmarkt

Elk jaar vindt, volgens eeuwenoude traditie, in  juli de Paardenmarkt op de Voorstraat plaats.  Hans Timmerman kijkt terug op de historie van de Paardenmarkt, die sinds 2019 samen met de Voorschotense Kortebaandraverij onderdeel is van de Voorschotense Paardendagen die dit jaar op 29, 30 en 31 juli plaatsvinden.

door: Hans Timmerman

De strandwallen van Voorschoten en Veur behoren tot de oudst bewoonde gebieden van Holland. De Voorschotense jaarmarkt is een z.g. ‘vrijmarkt’ en al zo’n 800 jaar oud en was in die late middeleeuwen al een belangrijke markt voor vee, paarden en pluimvee, maar ook een markt waar velerlei producten, zoals zout en geneeskrachtige kruiden werden verhandeld. Het belang van deze markt is mede ontstaan door geografische ligging van Voorschoten aan de toenmalige getijdenrivier de Rijn met een waadplaats bij Ter Wadding.

Handel ontstond als vanzelf. Passanten moesten wachten op eb, want alleen dan kon je de rivier oversteken.
De Voorschotense jaarmarkt wordt al vermeld in een kroniek van de abdij van Egmond in het kader van de opvolgingsstrijd na het overlijden van haar vader Dirk VII, tussen zijn dochter Gavin Ada van Holland en Zeeland (1188-1223) en de broer van vader Willem in wat genoemd wordt de Loonse oorlog. Volgens geschiedschrijver Melis Stoke, tevens secretaris van Floris V, die een kroniek op rijm schreef over die oorlog, kocht Lodewijk II graaf van Loon en echtgenoot van Ada goederen waaronder paarden op de jaarmarkt van Voorschoten.

De rechtspraak en de kerkvrede

De officiële marktrechten en het schoutambt (ordehandhaving en rechtspraak) werden door Graaf Floris V in 1282 verleend aan de heer van Wassenaer, die daarmee het recht van de ‘ambachtsheerlijkheid’ in leen kreeg van graaf Floris en dus ambachtsheer werd met rechten van dien, zoals het benoemen van een schout en baljuw. Tot die tijd vervulde de graaf zelf rondreizend zijn rechtsplicht. Het ambachtsheerlijkheidsrecht werd meestal verleend als dank voor een geleverde, meestal militaire, dienst. In dit geval wellicht een ondersteuning van een veldtocht van Floris V tegen de West-Friezen ook in 1282.

De tijdelijke “kerkvrede” gold tussen de ijzeren kruisen, die door de koster van de kerk aan het Oost-einde en het West-einde van het dorp werden geplant. Op een vrijmarkt heerste de kerkvrede en dat betekende dat men op die plek en op dat moment niet kon worden opgepakt door de baljuw-schout en zijn schepenen voor een vergrijp, dat men in het verleden had begaan. De baljuw-schout had tijdens de kerkvrede geen gezag op de markt er heerste nu het kerkelijke gezag en recht. Nieuwe vergrijpen tijdens de markt werden nu dus volgens de kerkvrede bestraft. Men kon bij een vergrijp opgepakt worden door de koster en voorgeleid aan de pastoor. Hij kon de dader nog uitleveren aan een prelaat, met een hogere juridische status. De ‘kerkvrede had duidelijk een sociaal doel. Er waren nogal wat ontheemden, bannelingen en gezochten, het z.g. zwervende proletariaat. Zij konden tijdens de 8 dagen durende jaarmarkt geld verdienen door hun handel of beroepsuitoefening, zonder het risico van opgepakt worden. Kerkklokken luidden officieel de jaarmarkt in en uit. *)

Een wandeling door Voorschoten tijdens de paardenmarkt van 28 juli

Het is vijf uur in de ochtend als de wekker gaat. Het eerste wat een paardenliefhebber op zo’n dag doet is uit het raam kijken naar het weer. Immers daarvan hangt veel af. Bij de slagboom aan het begin van de Voorstraat staat al een flink aantal mensen te kijken naar het uitladen van de aangevoerde paarden en pony’s. Het gebonk van de hoeven en de geur van de dieren is altijd herkenbaar en ook steeds weer imponerend. Jack van Leeuwen en Souren Kanhai staan sinds jaar en dag bij de slagboom om de gemeenteleges te innen. Dierenarts Gerard Westgeest houdt toezicht op de passerende dieren. Staan ze mooi op de benen, zijn de hoeven in orde, kortom is de algehele indruk goed.

Boeren, jonge meiden en stoere jongens voeren de paarden en pony’s, soms met meerdere tegelijk aan een touw de markt op om ze vast te binden aan de touwen tussen de gemeentepalen. Met enige argwaan worden die handelingen gade geslagen door vertegenwoordigers van de dierenbescherming die het gedoe met argusogen op de voet volgen en niet na zullen laten aanwijzingen te geven als zij dat nodig vinden.

In de loop der jaren is door hun werk ook wel wat veranderd. Bouwemmertjes water staan ruim verspreid, evenals hooi en strooi tussen de paarden.

Om 10 uur wordt het tijd om de officiële taken te verrichten. De voorzitter van het comité paardenmarkt houdt in het Baljuwhuis een toespraakje waar hij het aantal aangevoerde paarden en pony’s noemt onder applaus van een vast aantal koffie met taartjes etende notabelen. Hierna begeeft het hele gezelschap zich naar beneden, waar de burgemeester pal voor het museum een praatje houdt over de zegeningen van de paardenmarkt en waar hij tevens het comité, dat deze dag toch maar weer mogelijk heeft gemaakt, bedankt uiteraard met volle medewerking van de mensen van het uitvoerende bedrijf. Iedereen bedankt en iedereen tevreden.

Vervolgens gaat de hele stoet, waarbij de comité- voorzitter het marktkruis draagt, gevolgd door vele dorpsgenoten van alle leeftijden wandelend naar het schavot, waar de burgemeester met het planten van het markkruis in de marktpaal de paardenmarkt officieel opent.

De menigte verspreid zich nu over de hele paardenmarkt waar nog van alles te doen is, zoals het koekslaan. Het schijnt een oud volksgebruik te zijn, maar daar maalt zo te zien niemand om. 

Vaders en zonen meten nu hun krachten voor een grijpstuiver inzet met als winst de verplette koek en de inzet van de tegenstander. Ook meisjes weren zich dapper, soms tegen uitdagende broertjes, die zij af en toe als fiere overwinnaar moeten troosten.

Aan het einde van de markt beslaat de hoefsmid, in vroeger tijden was dat slager Coen Arbouw, een Bels-knol met nieuwe ijzers, die onder een indringende stank van brandend eelt sissend worden aangeschroeid om vervolgens met vierkante nagels te worden vastgezet.

Een eindje verder aan het begin van de Bloklaan kunnen kinderen, onder begeleiding van jonge meiden in het zadel van een paardje een eerste ritje maken. Stralend kijkt het kind naar zijn of haar angstige moeder die blij is het kind na afloop heelhuids uit het zadel te kunnen tillen.

Via het houten bruggetje, na eerst nog de vriendelijke dames van de EHBO te zijn gepasseerd, kom je op het kermisterrein waar hét feest van het dorp verder gevierd wordt. Als de paarden rond de middag zijn afgevoerd en de braderie op de Schoolstraat langzaam maar zeker wordt afgebroken, vullen de terrassen zich.

Tot laat in de avond, na eerst nog het paardenshow-optreden komt een coverband gecontracteerd door het comité in actie.

Rond middennacht sluiten kermis en terrassen en gaat het comité tot in stand houding van de Voorschotense paardenmarkt tevreden, maar uitgeput naar huis weet ik uit ervaring.

Mooi dat na twee jaar van onderbreking in 2022 de paardendagen door kunnen gaan! 


*) Bron, Het Ambacht Voorschoten door dr. J.L. van der Gouw.

De edele viervoeters laten zich bewonderen door het toegestroomde publiek. Foto: VSK
Handje klap over de prijs van het paard. Vroeger een beproefde manier van onderhandelen, tegenwoordig folklore. Foto: VSK
Afbeelding