Casper en zijn vriendjes bouwen een hut van afval

Zodra 8-jarige Casper en zijn vriendjes uit school komen, rennen ze naar huis. Niet om te gamen of achter de computer te kruipen, nee de groep bouwt een echte eigen hut midden op de groenstrook in hun straat. En Opa Bert helpt een handje mee.  

Casper is de initiatiefnemer van het project. ‘Een paar vrienden van mij bouwden er een hier bij het spoor. Superleuk en dat wilde ik ook’, zegt Casper. Toen het plan er eenmaal lag kwamen de vriendjes uit de buurt en uit de klas meehelpen. 

Maar hoe kwamen ze aan de materialen? ‘Dat hout hebben we overal in de buurt weggehaald. Als je er op let, gooien mensen heel wat mooie dingen weg. Elke plank en alle latten stonden op straat. We hebben zelfs een stoel gevonden, een trampoline en een klok, zonder wijzers maar dat geeft niet. Onze ouders hebben spijkers, hamers en zagen gekocht en het zeil is van mijn vader. Hij zeilde vroeger maar nu niet meer, het zeil lag in de schuur.’

Een kleine twee weken geleden begon de bouw. Opa Bert komt regelmatig over vanuit Wageningen. ‘Als ze handjes nodig hebben, dan ben ik er’, lacht hij. Alle vriendjes van Casper kennen Opa inmiddels wel. Hij geeft aanwijzingen, zorgt dat het allemaal veilig verloopt en houdt toezicht.  ’We hebben hier met zijn allen al gegeten’, gaat Casper trots verder. ‘Ontbijt, lunch en avondeten. Was echt heel leuk. Slapen? Denk niet dat dat gaat lukken want dat mag ik niet van mijn ouders.’ De bouw gaat voorlopig nog door, als het tenminste droog is. ‘Nee, het is nog niet af, we willen er nog van alles aanbouwen.’ 

Wil Casper later misschien timmerman worden? ‘Nou, dat weet ik nog niet. Ik vind het wel leuk en heb ook al samen met mijn vader een karretje gebouw. Maar of ik het voor altijd wil doen?’ Zijn vriendje Sander ziet het wel zitten. ‘Mijn opa is timmerman en ik wil het later ook worden.’ Opa Bert is er blij mee. ‘Goed zo jongen, we hebben dringend handwerklieden nodig in dit land.’

En het gamen en computeren? ‘Oh, dat gebeurt ook nog hoor’, lachen de toekijkende moeders. ‘Zeker als het straks slecht weer wordt. Maar voorlopig is het alleen maar fijn dat ze hier samen buiten spelen. Lekker in de frisse lucht!’