Voorschoten is voorbeeld om statushouders aan het werk te helpen

Aan de ene kant heeft Nederland een ernstig tekort aan personeel en aan de andere kant is er een enorme toename van statushouders. En dat zal de komende jaren alleen maar toenemen. De gemeente Voorschoten draaide het afgelopen jaar twee pilots om statushouders en werkzoekenden uit de bijstand richting werk of ondernemerschap te helpen. Dat trok de aandacht van de VNG, Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Sociale Zaken, want de resultaten zijn opvallend: ruim 65 procent stroomde uit en bleef ook uit de bijstand. Afgelopen week organiseerde de gemeente met de VNG een bijeenkomst met meewerkende organisaties om kennis uit te wisselen.

“Eigenlijk zijn we twee trajecten gestart”, zegt wethouder Paul de Bruijn. “Als eerste hebben we gerealiseerd dat statushouders na de inburgering sneller in de huishoudelijke zorg konden starten. Belangrijk, want daar is een enorm gebrek aan handjes. En aan de andere kant zijn statushouders die dat wilden, geholpen richting een eigen onderneming of zelfstandig werk via de Stichting Meraki. We kijken dan bewust naar de capaciteiten van mensen en vragen wat ze zelf willen. Je zag mensen opbloeien.”

Daar bleef het niet bij, want ook onderwijs is belangrijk. “Natuurlijk is taal superbelangrijk”, vervolgt De Bruijn. “Maar ook fietsen, dat is voor heel veel mensen helemaal niet zo vanzelfsprekend. Dus geven we fietslessen. En digitale lessen want lang niet iedereen kan omgaan met apps en gps. Zijn er kinderen, dan helpen we met het regelen van de opvang.”

De pilots wordt de komende tijd verder uitgebouwd. “We zitten er aan te denken om Meraki naar Voorschoten te halen-nu zit dat nog in Zoetermeer-, zodat mensen dichterbij geholpen kunnen worden. Kennismaking met deze twee taal-werk trajecten en wellicht meerdere opties willen we meteen aanbieden in de startklas. Dus direct wanneer statushouders bij ons binnenkomen voor de inburgering”, vertelt de wethouder.

Tijdens de bijeenkomst waren vertegenwoordigers uit het onderwijs, het Werkgevers Servicepunt en huishoudelijke hulp aanwezig om kennis uit te wisselen. “Je kunt wel een arts in een kringloopwinkel zetten of een accountant in de huishouding, maar dan weet je dat ze na een paar maanden uitvallen en dat is nou juist niet de bedoeling”, was iedereen het eens.

Natalie Gallicola de oprichter van Stichting Meraki: “Wij geloven allemaal dat werk simpel is, en dan zeggen we: je mag oefenen, je mag je eigen pad kiezen en vervolgens zetten we ze ergens neer waar ze zich niet kunnen ontwikkelen. Dan geloven ze niet meer in zichzelf en de overheid, en raken deze mensen gedesillusioneerd. Dan ben je ze kwijt. Maar als je het CV en de arbeidsmarkteisen loslaat en kijkt naar wat mensen echt kunnen, dan raken ze gemotiveerd. Van al mijn kandidaten komt er maar heel zelden iemand terug in de bijstand. 

Een van mijn kandidaten bijvoorbeeld kwam na lang zoeken bij ons in dienst. Haar droom en passie bleek schrijven. Ze deed de social media voor ons tot ik een vacature bij een nieuwssite vond. Ze solliciteerde en werd aangenomen. Ze is zielsgelukkig in haar werk. En dat is weer mijn droom.”

“Hoe een kleine gemeente als Voorschoten statushouders aan het werk helpt en daarbij werkgevers en regionale partners betrekt is heel interessant”, zegt Nora Kasmi van de VNG. “Ik vond het opvallend hoe bijvoorbeeld met discriminatie werd omgegaan in huishoudelijke hulp. Cliënten die alleen jonge Nederlanders in huis willen hebben, krijgen de keus tussen hulp krijgen of niet. Organisaties zeggen ‘bij ons is er geen ruimte voor discriminatie’. Hard ja maar uiteindelijk blijkt die hulp dan toch wel welkom te zijn. Al deze ervaringen gaan wij delen, digitaal, via de commissie en ons netwerk. Zo kunnen we van elkaar leren.”