Jan Sloof benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau

De boekpresentatie van het laatste deel in de serie 'Voorschotense verhalen, pareltjes van Voorschoten' vrijdag 17 november kreeg voor Jan Sloof een onverwachte en verrassende wending. Burgemeester Pauline Bouvy-Koene deelde Jan Sloof mee, dat hij voor zijn verdienste voor het onderzoek naar en het onder de aandacht brengen van het Voorschotens erfgoed het de Koning heeft behaagd, Jan Sloof te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. 

Onderstaand het interview met Jan Sloof in de Voorschotense Krant van november naar aanleiding van zijn vierde deel in de serie 'Voorschotense verhalen, pareltjes van Voorschoten'.

Laatste deel met 20 Voorschotense pareltjes 

'Vroeger verkocht ik kaas en nu verkoop ik nostalgie', lacht Jan Sloof. De geschiedschrijver van Voorschoten presenteert op 17 november om 17.00 uur in de Voorstraat 17 (Museum Voorschoten) het vierde deel van de serie 'Voorschotense verhalen, pareltjes van Voorschoten'. Het is het laatste deel maar Jan stopt niet, er staat alweer een nieuw boek op stapel. 'Op veler verzoek, gaat het dan over de Rijndijk', knikt Jan.

Voorschoten - Wellicht is het bij nog maar weinig mensen bekend maar Jan heeft 16 jaar bij Kaaswinkel Waaijer gewerkt aan de Voorstraat 54 (waar nu Tries zit). 'Vanaf de lagere schoolbanken kwam ik bij mijn vader in de bouw terecht', vertelt de geboren en getogen Voorschotenaar. 'Maar toen Waaijer een knecht vroeg, ben ik daar op afgestapt. Eerst met de kar het dorp in en later in de winkel.'En daar ontstond zijn eeuwige honger naar de geschiedenis van het dorp.

'Wij woonden op de Leidseweg Noord en kwamen eigenlijk nooit in het centrum maar vanaf het moment dat ik de Voorstraat zag, werd ik nieuwsgierig naar de geschiedenis.' En Jan verdiepte zich verder, gaf lezingen hoorde de jeugdverhalen van inwoners zoals wethouder Schrama die een graanmalerij aan de Rijndijk had en bollenkweker Gerritsen. 'Die verhalen mochten niet verloren gaan en ik dook in het archief om feiten te achterhalen.' En Jan was in de gelukkige omstandigheid dat hij van zijn hobby zijn beroep kon maken. 'Maar eerst moest ik diploma's halen. Na de avond-mavo deed ik, met speciale toestemming van de minister, mijn staatsdiploma voor archivaris.' Jan ging aan de slag bij het Hoogheemraadschap maar bleef tegelijkertijd over Voorschoten schrijven. 'Voorschoten is gewoon razend interessant, er is ontzettend veel over te vertellen. Hoeveel boeken ik geschreven heb? Dat weet ik niet eens meer, als je alle boeken waar ik aan meegewerkt heb, meerekent denk ik wel zo'n 30.'

De serie Voorschotense Verhalen gaat over de ondernemers in het dorp. 'Met vaak namen die je nu nog tegen komt als Besuyen, Roest, Van Os, Schrama en Ju. Deze laatste editie gaat voor een groot deel over de Zilverfabriek. Dat is niet nieuw, daar is al vaker over geschreven maar ik heb een andere invalshoek genomen. In dit boek wordt de sociale functie van de fabriek als de grootste werkgever van Voorschoten en de gewone man belicht. Ik heb zes werknemers gevonden: Jan Nieuwenburg, Arie Vis, Jan en Joke Goulooze, Jan Reijken, Pieter van Kooij en Piet Taal, allemaal zilversmeden, ontwerpers en monteurs. De lonen waren weliswaar niet hoog maar er waren wel hele goede arbeidsvoorwaarden. Zo stelde de heer Van Kempen een begrafenisfonds in en was er een inkoopfonds voor kolen, aardappelen, uien en meer. Werknemers kochten dan goedkoop voorraden in. En wist je dat bijna alle huizen aan de Leidseweg van werknemers van de Zilverfabriek waren. De directie woonde in de huizen met torentjes en waar nu apotheek Leidseweg zit, woonde vroeger de procuratiehouder!'

Naast de Zilverfabriek bevat het boek ook wetenswaardigheden over de families Brauckman en Steinebach en zijn er prentbriefkaarten uit 1900 van Dr. Trenkler. Daarnaast zijn er bijzondere foto's van kindertehuis Stadwijk en nieuwe informatie over het schilderij 'Molens aan de Vliet' van schilder Willem Roelofsen uit de Haagse School. 'Ik ben er inmiddels achter welke molens dat zijn, dat was eerder nog niet bekend. Nee, ik vertel nog niet welke. Kijk maar in het boek!'

Na 50 jaar mag Jan zich gevoeglijk de geschiedschrijver van Voorschoten noemen. 'Nou, dat weet ik niet', zegt hij bescheiden. 'Ik ben vooral een analytisch schrijver, feiten op een rijtje. Dat de boeken toch zo prettig leesbaar zijn is mede te danken aan mijn vrouw en aan Loes de Keuning die altijd redigeert.' Het boek kost € 15,- en is na 17 november te koop bij Boekhandel De Kler.